Ook op het oog gezonde koeien kunnen immuniteitsproblemen hebben die de melkproductie flink verlagen. ‘Het kost zo 7 kg melk per dag als de immuunrespons op gang komt’, vertelde Sander van Zijderveld van het technisch team herkauwers West-Europa bij Cargill bij een studieochtend van Speerstra Feed Ingredients op de RMV-dagen.
Dit blijkt uit een Europees onderzoek dat Cargill uitvoerde over het effect van de immuunrespons van transitiekoeien op de melkproductie, de herkauwtijd en het celgetal.
Postbioticum verhoogt gemiddelde productie met ruim 2 kg
Bij het onderzoek kreeg de helft van 37 ogenschijnlijke gezonde koeien het postbioticum NutriTek verstrekt in de brok in de melkrobot. De koeien werden gevolgd vanaf het begin van de droogstand tot aan zes weken in lactatie. Zowel de koeien die het postbioticum kregen als de koeien die dit niet kregen startten goed op, al produceerden de koeien die het postbioticum kregen 2,3 kg melk per dag meer.
Op het oog gezond, maar toch immuunrespons
Om te kijken wat het effect van de immuniteit op de melkproductie is, keken de onderzoekers ook naar de Lever Functie Index (LFI) – die bestaat uit een aantal bloedparameters die aangeven of de koe last heeft van onderliggende ontstekingen en dus een immuunrespons heeft.
Per toeval bleek de helft van de koeien een hoog LFI en dus ontstekingen én een immuunrespons te hebben. ‘Hoewel de koeien op het oog gezond leken, was de helft van de koeien toch met een immuunrespons bezig’, stelt Van Zijderveld. Op basis van een lage of hoge LFI werden de koeien opgedeeld. De helft van de koeien met een lage LFI kreeg het postbioticum, evenals de helft van de koeien met een hoge LFI. De andere helft van de groepen kreeg geen postbioticum.
Immuunrespons verlaagt productie
Zowel de koeien met een lage LFI uit de groep die het postbioticum kreeg, als de koeien met een lage LFI uit groep die dit niet kreeg, produceerden al snel boven de 50 kg melk per dag en trokken gelijk op.
Bij de koeien met een hoge LFI was er echter een duidelijk verschil in melkproductie zichtbaar. De koeien die het postbioticum kregen startten hoger op en liepen 28 dagen na het afkalven gelijk met de gezonde koeien. De groep die geen postbioticum kreeg, produceerde op dag 28 na het afkalven bijna 7 kg melk per dag minder. ‘Hebben de koeien geen immuniteitsproblemen, dan heeft een postbioticum weinig effect op de melkproductie. Maar bij de koeien die wel een immuniteitsprobleem hebben, voorkomt postbioticum een verminderde productie’, concludeert Van Zijderveld.
Metabole prioriteit
Van Zijderveld verklaart het verschil in melkproductie door de prioriteiten die de koe stelt bij het gebruiken van energie. ‘Het lichaam van de koe heeft een metabole prioriteit. Het centrale zenuwstelsel staat bovenaan de metabole prioriteit. Dit betekent dat opgenomen glucose als eerste voor het centrale zenuwstelsel wordt gebruikt. Het immuunsysteem volgt hierna en daarna komen opeenvolgend reproductie, spieren, melkproductie en vetweefsel. Heeft het immuunsysteem veel glucose nodig, dan gaat er dus minder glucose naar de andere processen in het lichaam van de koe’, legt hij uit.
‘Postbiotica ondersteunt de pensfunctie, waardoor de koe meer vluchtige vetzuren en microbieel eiwit verteert. Ook houdt het de darmwand intact en voorkomt het een lekkende darm. Hierdoor komt de immuunrespons niet op gang en hoeft de opgenomen glucose niet gebruikt te worden voor het immuunsysteem, maar kan de koe het gebruiken voor onder andere de melkproductie’, vervolgt hij.
Ook gunstig voor herkauwtijd en celgetal
Ook op het celgetal en de herkauwtijd heeft een postbioticum gunstige effecten. Er wordt nog onderzocht of het ook gunstige effecten heeft op de vruchtbaarheid van de koe.