Bron: boerderij.nl
Geschreven door Wijnand Hogenkamp
Een flink deel van de aandoeningen in de eerste 30 dagen van de lactatie van de koe vindt zijn oorsprong in de droogstand.
Door metingen te verrichten aan koeien in zowel de droogstand als kort na afkalven, kan op basis van de uitslagen het management aangepast worden. Dat verhoogt de weerstand van het dier en verkleint zo het risico op problemen. Dat zeiden Saskia van der Drift, dierenarts bij Royal GD, en Mark van Kleef, zelfstandig dierenarts en adviseur van Klevet Koeienpraktijk, tijdens een bijeenkomst over weerstand van koeien, georganiseerd door Speerstra Feed Ingredients.
Voeding en stress beïnvloeden weerstand
De weerstand van koeien wordt beïnvloed door voeding, stress en andere omstandigheden. De voeding richt zich vooral op de voorziening van nutriënten. Stress komt door wisselen van groepen, wisselen van rantsoenen, afkalven en start van de lactatie. Die laatste twee zijn onvermijdbaar, maar wisselen van groepen en voeding kan wel geleidelijk(er) plaatsvinden.
Meten is weten: Droogstandscheck en BoviLab
Basis is dat een koe in de droogstand voldoende moet eten, liever niet teveel, maar zeker niet te weinig. Dat zorgt voor een negatieve energiebalans, en te lage opname van eiwit en mineralen. De verschillende niveaus zijn te meten via bloedwaarden van de koeien. Royal GD doet dat via de Droogstandscheck; Van Kleef werkt met de BoviLab, een draagbare meetunit die ‘on-farm’ kan worden ingezet en waarmee de uitslag binnen zeer korte tijd bekend is, en dus ook basis is voor overleg en advies aan de veehouder.