Melkziekte komt voort uit een verstoorde calcium-fosforverhouding in het bloed. Door de kation-anionbalans van het droogstandsrantsoen te verlagen kan de calciummobilisatie worden gestimuleerd. Hoe gaat dit in zijn werk? Een aantal praktische tips.
Wat is de KAB?
De kation-anionbalans (KAB) wordt berekend door de verhouding tussen de positief geladen ionen (kalium, natrium) in verhouding tot de negatief geladen ionen (zwavel, chloride). De KAB wordt uitgedrukt in milli-equivalenten (mEq).
De belangrijkste kationen zijn natrium (Na) en kalium (K), zij hebben een basische werking in het lichaam. De belangrijkste anionen zijn chloor (Cl) en zwavel (S), zij hebben een verzurende werking in het lichaam.
Waarom zou u de KAB verlagen?
Bij een calciumarm rantsoen gaat een koe van nature calcium uit het bot mobiliseren. Bij een lage KAB gaat ze extra calcium vrijmaken uit de botten en spieren om deze verzuring tegen te gaan. Dit is een proces dat niet te lang moet duren, omdat het veel reserves kost.
Het voordeel hiervan is wel dat de koe op het moment van afkalven genoeg calcium ter beschikking heeft, zodat de kans op melkziekte veel kleiner is en er voldoende goede biest wordt aangemaakt. Maar let op: te hard verzuren werkt averechts, koeien zullen niet opuieren en de melkproductie wordt erg gedrukt.
Hoe kan de KAB worden verlaagd?
Eiwitten uit de vermeende KAB-verlagers komen vaak uit het anionische zout dat gebruikt wordt. Bij gebruik van ammoniumchloride komt het eiwit uit het ammonium. Dit houdt in dat dit eiwit snel in de pens vrijkomt, vaak zo snel dat een droge koe er weinig mee kan, vooral omdat er ook weinig snelle energie gevoerd wordt tijdens de droogstand.
Reken je deze eiwitten wel mee in het droogstandsrantsoen, dan kan het betekenen dat er op papier genoeg ruw eiwit gevoerd wordt, maar dat de biestkwaliteit alsnog tegenvalt. (Lees hierover ook: https://speerstra.com/kennisbank/aminozuren-in-droogstandsrantsoenen/.)
Praktische tips
- Bij het vrijmaken van calcium uit de botten wordt eveneens fosfor vrijgemaakt. Door te lang anionische zouten te voeren kan bij een koe een fosfortekort ontstaan. Dit kan resulteren in een downer-koe. Omdat DCAD-mix een gecoat calciumchloride is, is de kans op een calciumtekort klein.
- Door de KAB in het droogstandsrantsoen twee weken voor afkalven te laten zakken (schrikken) met 100 tot 200 punten milli-equivalenten zal een koe beginnen om calcium uit de botten vrij te maken. Daarmee zal het proces al op gang geholpen worden voordat de melkproductie op gang komt.
- Het voeren van anionische zouten kan de biestproductie drukken. Als de indruk bestaat dat koeien na voeren van anionische zouten te weinig biest geven, dan kan het een oplossing zijn om minder of over een kortere periode product te verstrekken. Een andere oplossing kan zijn om extra calcium te voeren.
- Door het meten van de pH van de urine kan men gericht te werk gaan. Een pH boven de 7,5 is aan de hoge kant. Door anionische zouten bij te voeren tot een urine-pH van 7 wordt een goede KAB gecreëerd.
- Vaarzen mogen voor afkalven niet gevoerd worden met een te lage KAB. Een lage KAB is voor vaarzen een belasting van het metabole systeem. Verder is het negatief voor de mineralenhuishouding, omdat er bij een lage KAB ook andere mineralen als P en Mg worden uitgescheiden met de urine. De kans bestaat dat vaarzen dan met een chronisch mineralentekort aan de lactatie moeten beginnen, waardoor ze opbranden.
- De norm in de far-off-groep is een KAB lager dan 300.
DCAD-mix van Speerstra Feed Ingredients kenmerkt zich door zijn unieke vetcoating. Dit zorgt ten eerste voor een betere smakelijkheid en minder irritatie, ten tweede heeft het een sterk verlagende KAB-concentratie van –12.700 mEq en als laatste komen de anionische zouten door de coating geleidelijk vrij, waardoor deze beter worden opgenomen.
Neem voor meer informatie over het verlagen van de KAB van het droogstandsrantsoen vrijblijvend contact op met Speerstra Feed Ingredients via: 0514-569001, mail@speerstra.com, www.speerstra.com.