Pensbestendige vetten passeren de pens en komen in de darmen terecht. Daar kan een geit de vetzuren kan omzetten in melkvet, lichaamsgewicht of productie.
Wanneer inzetten?
- Als u de melkproductie en het melkvetgehalte wilt verhogen
- Tijdens hittestress
- Bij een energietekort in het rantsoen
- Als extra vet of energie in het rantsoen wenselijk is
- Verlengen duurmelken
Welk type pensbestendig vet?
Bergafat F-100 is een gefractioneerd vet, dat naast een hoog gehalte aan palmitinezuur (C16:0) een klein aandeel oliezuur (C18:1) bevat. Uit onderzoek blijkt, dat deze hoeveelheid C18:1 ervoor zorgt, dat de vertering van de overige vetzuren in het rantsoen verbetert. De C16:0 uit BergaFat heeft dus voornamelijk effect op de melkproductie (kilogrammen en gehalten) en stimuleert lactatiepersistentie.
BergaFat T-300 is ook een gefractioneerd vet. Dat naast een grote hoeveelheid C16:0 een groter aandeel C18:1 bevat in de vorm van triglyceriden. Hierdoor kan een geit dit vet makkelijker omzetten in lichaamsgewicht. Geiten hebben hier voornamelijk profijt van vlak na het aflammeren.
Hittestress
BergaFat is door de hoge energieconcentratie uitermate geschikt om tijdens hittestress toe te passen in het rantsoen. De hoge energiedichtheid compenseert gedeeltelijk de verminderde voederopname. Dit is met name nodig in perioden dat geiten minder droge stof opnemen, zoals rondom lammeren of bij hittestress. Het verteren van pensbestendige vetten geeft een geit geen extra fermentatiewarmte vanuit de pens. Hierdoor worden deze vetten ook wel een ‘’koude energie bron’’ genoemd. Een geit heeft energie nodig voor lichaamsonderhoud; voor de productie van melk, vet en eiwit en voor dracht of groei van de vrucht.