Het onbestendige eiwit, het eiwit dat in de pens wordt afgebroken, moet door de pensbacteriën omgebouwd worden in microbieel eiwit. Dit is een eiwitbron die een super samenstelling heeft, een soort eiwit die een koe zeer goed in de darm kan verteren en heel goed om kan zetten in melkeiwit. Het microbiële eiwit vormt samen met het verteerbare gedeelte van het bestendige eiwit het DVE, oftewel de totale hoeveelheid beschikbaar eiwit op darmniveau.
De pens moet daarom maximaal van dit microbiële eiwit produceren.
Kwalitatief goed eiwit
Voor een goede microbiële vorming in de pens is het belangrijk dat het eiwit dat daar binnenkomt kwalitatief goed is. Dat betekent in de eerste plaats dat het eiwit in kuilgras uit echt eiwit moet bestaan. Gras moet de opgenomen stikstof uit mest en kunstmest om zetten in een goede kwaliteit eiwit. Daarvoor is vocht, zonlicht en tijd nodig. Als er bij droogte wel drijfmest is uitgereden en stikstof gestrooid, maar door neerslag en vochtgebrek kon het gras het niet opnemen, dan bestaat de kans dat er na regen in no time een snede gras staat, maar het eiwit nog uit puur stikstof bestaat. Het kost een koe dan heel veel energie om daar microbieel eiwit van te maken. Geef gras daarom de tijd om de stikstof om te zetten in aminozuren. Een aantal aminozuren zijn zwavelhoudend, zoals Methionine. Voldoende zwavel in de grond is dus mede belangrijk voor een goede eiwitkwaliteit. Methionine is een van de zogenaamde limiterende aminozuren, een aminozuur waar een koe het eerst een tekort aan heeft.
Voor de vorming van microbieel eiwit in de pens is viermaal zoveel pens- energie dan pens- eiwit nodig. Energie is meestal de beperkende factor in. Bij onvoldoende pens- energie en wel voldoende eiwit zien we vaak een hoger ureumgehalte in de melk.
Op zich dus eigenlijk gemakkelijk, viermaal meer energie voeren dan eiwit. Er zijn echter nog twee zaken belangrijk, de hoeveelheid energie en eiwit moeten voldoende zijn en de afbraak moet zoveel mogelijk gelijktijdig plaats vinden. Als we een product voeren waaruit het eiwit heel snel vrijkomt en we voeren een trage energiebron, dan gaat er in de pens veel eiwit verloren en hebben we nog een hoog melkureum. Belangrijk is het daarom er, middels een juiste rantsoenberekening, achter te komen met welke producten die synchronisatie het beste kan worden bereikt. Daarnaast is het van belang dat deze dan ook gelijktijdig worden gevoerd en een koe niet kan selecteren in het voer.
Pensverzuring
Een andere voorwaarde voor een optimale pens- werking is een optimaal klimaat voor de pensbacteriën en de protozoa in de pens. Pensverzuring of giftige stoffen kunnen de pens- werking negatief beïnvloeden. Pensverzuring ontstaan bij een te grote opname aan snel afbreekbare koolhydraten ineens of doordat een koe te weinig herkauwd. Een voldoende hoge ruwvoer/ krachtvoer verhouding is daarbij cruciaal. Denk bij giftige stoffen aan toxinen die ontstaan bij broei of bij schimmel in ingekuilde producten of aan het voerhek.
Goed en voldoende drinkwater
Ook drinkwater kan soms stoffen bevatten die de pens- werking negatief beïnvloeden. Bij de wat oudere stallen, met een centrale vlotterbak en communicerende waterbakken in de stal via leidingen die door de kelder lopen, is dat een serieus aandachtspunt. Laat het water uit de achterste bak in de stal eens door een lab bemonsteren op o.a. coli. Daarnaast is de werking van de ontijzerings- installatie belangrijk. Bij een groeiende veestapel, heeft deze soms te weinig capaciteit en werkt dan niet meer goed. Bij problemen met koeien of productie wordt vaak eerst naar het rantsoen gewezen, maar goed en voldoende water is minstens zo belangrijk.
Bij natte, structuurarme of te jong gemaaide graskuilen komt het eiwit vaak heel snel vrij. Ook zijn er protozoa in de pens die, zodra er eiwit in de pens komt, deze direct willen afbreken. Als er dan op dat moment niet hele snelle energie beschikbaar is, gaat dit eiwit via de penswand en de urine verloren. Als het bijvoeren van snelle energie geen optie is, bestaat er de mogelijkheid de afbraak van het snelle eiwit wat te temperen. Dat is mogelijk door de activiteit van de Hyper Ammonia Producing- bacteria (HAP) middels het toevoegen van bepaalde etherische oliën te onderdrukken. Dat kan door het toevoegen van 20 gram Protispar per koe per dag. De eiwitbenutting wordt hierdoor verbeterd wat positief is voor het melkeiwitgehalte en het melkureum zal lager worden. Het kan ook worden toegevoegd aan het krachtvoer, maar beter is het in te laten mengen in een mineralenmengsel, omdat elke koe dan dezelfde hoeveelheid binnen krijgt.
Ook een product als Diamond-V helpt de penswerking te verbeteren. De metabolieten in Diamond V ondersteunen de vezelverteerders, waardoor celwanden uit ruwvoeders beter afebroken worden. Hierdoor is er meer pens- energie beschikbaar voor de vorming van microbieel eiwit.