Er wordt veel geschreven en gesproken over droogstandsrantsoenen. Problemen met slecht opstartende koeien of diverse afkalfproblemen als melkziekte, ketose (slepende melkziekte) nageboorte problemen of baarmoederontsteking zijn vaak terug te leiden naar de voeding in de droogstand. Bij problemen kijken we meestal naar de voeropname, de kation- anion balans (KAB) de gevoerde mineralen en sporen elementen en de VEM en het ruweiwit gehalte van het rantsoen.
Darm Verteerbaar Eiwit behoefte
Vreemd is dat we bij rantsoenen voor melkkoeien met de DVE dekking (Darm Verteerbaar Eiwit behoefte) rekenen wat eiwitvoorziening betreft, maar dat er bij droogstandsrantsoenen nog vaak wordt gerekend met de hoeveelheid rund-eiwit in een rantsoen. Misschien heeft dat te maken met het feit dat de DVE behoeftes op het oog erg laag lijken of dat het niet voor iedereen even duidelijk is wat nu de juiste DVE behoefte is in de droogstand. Algemeen gaan we er vanuit dat de DVE behoefte in de far- off periode minimaal 40 gr. DVE per kg Ds moet bevatten. In de Close-up periode moet dat omhoog naar minimaal 50 gram DVE per kg droge stof, volgens de normen die we in Nederland hanteren.
Aminozuren spelen een belangrijke rol in vele metabole processen. Aminozuren zijn nodig voor de glucosevorming in de lever. Verder zijn aminozuren nodig voor de vorming van enzymen en hormonen. Hierdoor heeft een tekort aan aminozuren ook invloed op de stofwisseling, het immuunsysteem en de vruchtbaarheid. Methionine heeft invloed op het transport van vet uit de lever. Hierdoor verbetert de leverwerking en wordt de negatieve energiebalans korter en minder diep, wat daardoor positief is voor de vruchtbaarheid in de volgende lactatie.
Laatste weken van de droogstand
De laatste paar weken van de droogstand, groeit het kalf in de koe het hardst. Voor de vorming van de spieren van het kalf is veel eiwit nodig. Verder begint de koe op de uier en moet er biest worden geproduceerd. Biest is een zeer geconcentreerd product, de eerste biest bevat maar liefst 14 procent eiwit. Om biest te kunnen produceren van een goede kwaliteit, is het belangrijk dat een koe ook een goede kwaliteit eiwit aangeboden krijgt. Ook kan er eiwit worden afgebroken als glucosebron in de negatieve energiebalans voor afkalven. Een aminozurentekort in de droogstand is dus aannemelijk.
Opeen volgende melkgift na afkalven | ||||
Onderdeel | 1e biest | 2e biest | 3e biest | Melk |
Drogestof (%) | 24 | 18 | 14 | 13 |
Eiwit(%) | 14 | 8 | 5 | 3 |
Caseïne (%) | 4,8 | 4,3 | 3,8 | 2,5 |
Antilichamen (mg/ml) | 48 | 25 | 15 | 0,6 |
Vet (%) | 6,7 | 5,4 | 3,9 | 3,7 |
Lactose (%) | 2,7 | 3,9 | 4,4 | 5 |
Vitamine A9 (mg/l) | 2950 | 1900 | 1130 | 340 |
Vitamine D (IU/g vet) | 0,9-1,8 | 0,4 | ||
Vitamine B2 (mg/l) | 4,8 | 2,7 | 1,9 | 1,5 |
Choline (mg/l) | 0,70 | 0,34 | 0,23 | 0,13 |
IgG (immunoglobuline) (g/l) | 81 | 58 | 17 | <2 |
Bron; Brand, 2001, Blum, 2000 |
Belang gebalanceerd droostandsrantsoen
De meeste droogstandsrantsoenen bestaan uit een gedeelte graskuil, snijmais en stro. Een deel snijmais dient om het kaliumgehalte te verlagen en om de pens te laten wennen aan het zetmeel na afkalven. Stro wordt ingezet om de VEM in het rantsoen te verlagen. Graskuil is dan meestal de eiwitbron en als deze niet toereikend is, wordt er soms wat soja of raapzaadschroot bijgevoerd.
Elke koe komt voor het afkalven in de laatste weken in een negatieve energiebalans. Energie kan een koe uit het lichaamsvet van de rug halen, maar daarin zit geen eiwit. Bij een eiwittekort moet een koe haar spieren gaan afbreken en moeten we ons afvragen of we dat wel willen, omdat koeien daar zwak en slap van worden. In de negatieve energiebalans kan er tussen de 150 en 300 gram spierweefsel per dag worden gemobiliseerd, dit is de hoeveelheid eiwit voor 5 tot 10 kg melk. Een koe kan maximaal 8 tot 10 kg spierweefsel mobiliseren. Van 2 weken voor tot 3 weken na afkalven kan dit al opgebruikt zijn en daalt daarom dan ook het melkeiwitgehalte. Het is dus belangrijk om niet met een te groot eiwit of aminozurentekort aan de lactatie te beginnen.
Droogstandsrantsoen | samenstelling in ds | verstrekt | ||||||||||
voedermiddelen | kg | ds | VEM | DVE | OEB | strkt | kgds | VEM | DVE | OEB | strkt | RE |
Snijmais 2019 gem. | 9 | 356 | 988 | 56 | -38 | 1,42 | 3,204 | 3166 | 179 | -122 | 4,55 | 76 |
Graskuil 2019 gem. | 14 | 440 | 920 | 62 | 53 | 2,89 | 6,2 | 5667 | 382 | 326 | 17,79 | 163 |
Tarwestro | 3 | 840 | 432 | -8 | -22 | 5,11 | 2,5 | 1089 | -20 | -55 | 12,88 | 43 |
Soja 44/7 Inlands | 0,7 | 875 | 1010 | 223 | 165 | 0,27 | 0,6 | 619 | 137 | 101 | 0,17 | 429 |
totaal basis: | 12,5 | 10540 | 678 | 250 | 2,83 | 130 |
Traditioneel droogstandsrantsoen dekt vaak niet de aminozurenbehoefte in de close-up periode
Aminozuren dekking o.b.v. DVE behoefte
DV Methionine behoefte | 1,35 |
DV Methionine dekking | 1,20 |
DV Lysine behoefte | 3,97 |
DV Lysine dekking | 3,40 |
Met het voeren van extra aminozuren moet 3 weken voor het afkalven begonnen worden voor optimaal resultaat. In de transitie periode is o.a. Lysine en Methionine limiterend voor de koe. Extra aminozuren verstrekken aan koeien is alleen zinvol, als deze pensbestendig zijn. We spreken dan van bestendige aminozuren, die voorkomen in (pens) bestendig eiwit.
Voor eiwitaanvulling in de droogstand is aardappeleiwit een mooi product. Een goede aminozuursamenstelling van het eiwit in de droogstand is positief voor het opstarten van de productie na afkalven. Verder zijn kalveren uit koeien die de juiste aminozuren gevoerd kregen, vitaler en groeien harder. Aardappeleiwit is een gedroogd eiwit wat vrijkomt bij de productie van aardappelzetmeel.
Het product bevat bijna 80 % ruw eiwit en heeft een heeft een hoge bestendigheid van meer dan 62 procent. Dit bestendige eiwit is niet alleen zeer goed verteerbaar, maar heeft ook nog eens een mooi aminozuurpatroon wat goed overeenkomt met het microbiële eiwit dat een koe zelf aanmaakt, maar ook goed aansluit bij aminozuurpatroon van het melkeiwit. Door het hoge aandeel bestendig eiwit, komt een hoog aandeel van diverse bestendige aminozuren uit aardappeleiwit op darmniveau beschikbaar.
De hoeveelheid aardappeleiwit dat nodig is in de droogstand, varieert afhankelijk van het rantsoen tussen de 300 tot 500 gram per koe per dag gedurende de laatste drie weken van de droogstand. Een tekort aan aminozuren kan ook enkelvoudig aangevuld worden met pensbestendige Lysine (AminoShure- L) of pensbestendige Methionine (AminoShure- XM). De benodigde hoeveelheden van deze producten is erg klein door de hoge concentratie. De voorkeur gaat dan ook uit naar het inmengen bij de droogstandsmineralen.
Wat kunt u verwachten?
Een betere eiwitvoorziening met een goede opbouw aan aminozuren voorkomt overmatige spierafbraak voor afkalven. Dit heeft een positief effect op de productie na afkalven. Dat is wat we ook horen van veehouders en dierenartsen die reeds hieraan meer aandacht besteden. Verder mag u verwachten dat een betere aminozuren dekking positief is voor de groei van het kalf en de kwaliteit van de biest. Dit laatste kan ertoe bijdragen dat kalveren meer weerstand hebben tegen o.a. diarree en andere gezondheidsproblemen.
Voor meer info: Telefoon 00 31 (0)514 56 90 01 Email: mail@speerstra.com